Van Eco Lodge naar Berastagi

1 december 2017 - Berastagi, Indonesië

Donderdag 30 november, samen aan de wandel

We gaan er vandaag lekker samen op uit om te wandelen door de plantages en dorpen. Achter de Eco Lodge pakken we het pad naar boven in de hoop daar een keer rechts te kunnen maar helaas dit gaat niet en lopen we tegen de grens aan van het nationaal park en dan mag je niet verder zonder gids. We zijn weer naar beneden gelopen en hebben de rivier gevolgd tot we niet verder konden dan alleen omhoog de heuvel weer op. Wederom een pittig klimmetje, eenmaal boven lopen we weer tegen de grens van het nationaal park aan en ook hier kunnen we niet verder. Via de hoger gelegen rubberplantages komen we uiteindelijk weer achter de Eco Lodge uit. We steken de rivier over via een van de 4 hangbruggen en lopen het dorpje in. We trekken veel bekijks en we worden continue toegeroepen met 'hallo' en gezwaaid. Kinderen die, in het beetje Engels dat ze geleerd hebben, vragen hoe we heten en ook zwaaien. Het lijkt wel alsof de toeristen hier nooit in de dorpjes komen terwijl het zo leuk is.
We lopen langs een school en ook daar enthousiaste kinderen maar ook leraren die vragen waar we vandaan komen. Aan de buitenzijde van ieder lokaal hangen borden met wetenswaardigheden die de kinderen leren. Dit varieert van de tafels tot aan oppervlakte berekeningen en topografie.
Voor we het weten is de dag al weer flink gevorderd en zit ons bezoek aan Bukit Lawang er weer op.

Vrijdag 1 december, een reisdag naar Berastagi

Het is een lange zit naar Berastagi. Eerst ruim 3 uur terug naar Medan en vandaar nog eens bijna 4 uur naar Berastagi. Het blijkt een feestdag te zijn voor de moslims en die vieren een lang weekend graag in de koele heuvels van het Karo gebied waar Berastagi ligt. Dit betekent veel verkeer op een 2 baansweg waar sommige je links en rechts (tegen het verkeer in) voorbij komen. Ze rijden als malloten hier. De weg is soms erg slecht met kuilen en grove stenen, dit resulteerde in een lekker band. Met de helpende hand van Floor was dit snel gefixt want je wil niet te lang stil staan langs een weg als dit.
Eenmaal in Berastagi worden we door de chauffeur keurig bij de door ons gereserveerde accommodatie afgezet. We verblijven bij Nachelle Homestay, volgens tripadvisor een van de beste opties van Berastagi. Grote ruime kamer, warme douche (die hadden we niet in Bukit Lawang) en mooi uitzicht op de 2 vulkanen die dit gebied rijk is. Onze eerste indruk van Berastagi is er een van een vieze stinkende drukke stad. Het is een lange straat met alleen maar auto's, busjes, scooters, motoren en vrachtwagens. Het stinkt naar uitlaatgassen. We zijn blij met onze accommodatie want zo op het oog heeft de stad verder niet veel soeps te bieden. Wat doe je daar dan zou je denken, nou de vulkaan beklimmen oa.
De volgende ochtend worden we wakker met een prachtig uitzicht op de vulkanen Sibayak en Sinabung. De laatste is een nog actieve vulkaan en dat blijkt ook want precies vandaag spuwt de vulkaan een grote aswolk uit. Dit bleek wel speciaal want ook onze gastvrouw ging direct foto's maken.
Wij gaan vandaag de vulkaan in ruste Sibayak beklimmen. Onze gastvrouw Mery heeft uitgebreid het gebied beschreven en welke kleur busje we moeten nemen om waar dan ook te komen en de prijzen die hierbij horen.
De rit naar de vulkaan met het groene kama busje duurt ca. 10-15 minuten. Bij de toegangsweg betalen we idr (Indonesische rupia) 5000 pp, dit is €0,30 pp. Het is een lekkere steile helling die je het eerste deel ook nog met auto zou kunnen afleggen, moet je wel goeie vering hebben want de weg is erg slecht. Voordat je daadwerkelijk de vulkaan gaat beklimmen moet je jezelf registreren zodat ze weten wie er op de vulkaan zijn. De weg gaat verder omhoog maar ook weer omlaag, dit betekent dat het laatste deel heel erg steil is want me moeten de hoogte toch echt maken naar 2200 meter. Het laatste stuk is wel 15-20% dus een aardige kuitenbijter. Op de vulkaan zijn veel Indonesische studenten te vinden die hier de nacht hebben doorgebracht in kleine koepeltentjes. Zo konden ze van een mooie zonsopkomst genieten. Alhoewel de vulkaan niet meer actief is spuit deze nog steeds hete naar zwavel ruikende stoom uit, rondom de spuitgaten is het geel van de zwavel. Het zicht op de krater is goed, deze is niet zo diep en je kunt er blijkbaar naar toe gezien de woorden gevormd van losse stenen die in het water zijn gelegd. Op de weg terug slaan we een zijpad in die leidt naar de hotsprings. Onderweg zien we energiecentrales waar de vulkaanwarmte wordt omgezet in bruikbare energie.
Het begint licht te regenen een goede reden om even te stoppen voor lunch. De prijzen die je in Sumatra moet betalen voor een maaltijd zijn bizar laag, het is bijna niet voor te stellen dat men hier nog iets aan verdient. Voor €3,- zit je echt riant te eten. Na de lunch pakken we een geel busje terug naar Beristagi, ook dit vervoer is erg goedkoop. Een ritje van bijna een half uur kost ons €0,60
In Berastagi bezoeken we een lokale markt naast onze homestay gelegen. Geweldig om te zien. Hier worden de geoogste landbouw producten verhandeld als groothandelswaar, de verpakkingen bedragen minimaal 20 kilo. Het is een gezellige drukte in een zeer modderige omgeving, een ware beleving. Die ware beleving zijn wij ook voor hen, worden constant aangeroepen, gelachen en gezwaaid. Ze willen graag voor ons op de foto.
In Berastagi raken we al gewend en de drukte lijkt iets afgenomen te zijn. De drukte is ook een beleving die veroorzaakt wordt door het constante getoeter, we raken er aan gewend. We hebben een zaak gevonden die heerlijke koffie heeft, de buurman verkoopt bier (wat best lastig te krijgen is in dit overwegend islamitische land) en daarnaast zit een 'Chinees' waar je prima kunt eten, het is hier dan ook altijd druk.

Foto’s